top of page
den t'ater - november 2013
 
Rembert-ancien Henk Cnockaert
regisseert nostalgisch koersdrama
 
”Shakespeare schreef ook volkstoneel”
 

In CC De Brouckere gaat op 23 november ’De dag dat het kampioenschap van België verreden werd’ in première. Een saga over het Vlaanderen van de late jaren zeventig. Dat Vlaand’renland ligt -ook dan al- vol met dorpen. In die dorpen staat een kerk. Rond die kerk wordt gefietst, liefst op zondag. Zo simpel kan het leven zijn. Centraal in deze vertelling staan: de koers, de familie Van Appels en -hoe kan het ook anders de liefde.

 

We treffen regisseur Henk Cnockaert in De Loods, ruwweg een maand voor de première van het nieuwe stuk. De man is allesbehalve een onbekende voor Toneelkring Sint-Rembert. Halfweg de jaren ’80 maakte hij zijn debuut bij De Rembert. Als Laertes speelde hij mee in de Hamlet die Dirk Tanghe hier op de planken zette. In de decennia die daarop volgden maakt Henk deel uit van talloze spelersploegen in al evenveel stukken: van De Bruiloft over Verkeerd tot zeer recent nog Landjuweelkraker Heuvels van Blauw. Ook als regisseur is Henkie Penkie geen vreemde. Hij tekende al voor de regie van Ruberto Zucco (2000), La Palma (2002) en De Olifantman (2005). De dag dat het kampioenschap van België verreden werd is zijn vierde regie-opdracht. Maar wat kan hij daar al over kwijt? Voorwaar: that is the question.

 

Cnockaert: ”Het gaat over de koers, op het eerste zicht. Meer bepaald het Belgisch kampioenschap wielrennen voor junioren. Het stuk speelt zich af in café De Sportman, in een of andere kleine gemeente. André Van Appels is een van de favorieten voor die koers. Zijn pa, René heeft vroeger ook nog gekoerst en is gekend door iedereen. We maken een dag mee en zien daarin wat er gebeurt met die mensen. Het gaat om winst en verlies: in de koers en in het leven. De mensen worden geconfronteerd met het grootste geluk en de diepste droefenis, op één en dezelfde dag. En natuurlijk gaat het ook over de liefde, zoals altijd. Hoe meer je kijkt, hoe meer je het ziet: liefde tussen maten, koppels, oude mensen, jonge mensen... Het begint met liefde en eindigt met liefde.”

Sophocles, Shakespeare, Cnockaert

 

Den T’ater: Deze productie staat in contrast met enkele van de vorige voorstellingen. Zo ging Simon D’Huyvetter met ‘Hamlet’ en ‘Wij’ een meer experimentele toer op. Jij hanteert een andere stijl?

 

Cnockaert: ”Ik had goesting in een mooie, warme en toegankelijke voorstelling. In de wandelgangen hoor ik dat velen er ook naar verlangen. Ik voel ook veel liefde voor mensen die vol verwondering naar het toneel komen. Die zich verkneukelen om een avond te genieten. En intussen gaan we ze iets schoons geven. Dit is een mooi volksstuk, geschreven door Marc De Bie in de jaren zeventig. Het wordt vooral nog gespeeld in de gekende parochiezaaltjes, door de lokale toneelvereniging. Dat wordt vaak heel overdreven gespeeld, maar zo gaan wij het niet doen. We brengen het niet op grootmoeders wijze, maar in een hernieuwde en moderne versie. We geven er een Rembert-draai aan.”

 

Den T’ater: Sommigen zien het begrip volkstoneel als een scheldwoord. Jij duidelijk niet?

 

Cnockaert: ”Zeker niet! Shakespeare en Sophocles schreven toch ook voor het volk in plaats van de elite? Die stukken zijn gemààkt om op het dorpsplein te spelen, op de spreekwoordelijke omgekeerde bierbak. Al is het ene volksstuk het andere niet. Er is een groot verschil tussen een pareltje als De Paradijsvogels en dingen als Tante Jutta uit Calcutta, natuurlijk. Hier zit echt veel in dat mij raakt of doet lachen. Zonder pretentieus te zijn: we willen er eens iets ànders mee doen. Zoals bij La Palma, bijvoorbeeld. Qua atmosfeer ligt het daar niet ver van af.

Het prille begin

 

Den T’ater: Niet alleen regisseer je nu De dag dat het kampioenschap van België verreden werd, ooit stond je er zelf mee op de planken. Je hebt er dus een nauwe band mee?

 

Cnockaert: ”Dat was mijn debuut in het grotemensentoneel! Ik had intertijd een toneelclubje met een paar maten, we speelden voor de buren en zo. In 1979 sprak Diane Vergote (Rembert-grand dame & prachtmadam eerste klas, nvdr) me aan. Zij was toen voorzitter van De Vreedsaeme Reizigers, een toneelgroep uit Lichtervelde. Ze vroeg me of ik niet wou meedoen. Ik was toen echt onder de indruk. (vol ontzag:) Mevrouw Diane Vergote, hé! Zo is het voor mij dus begonnen, in ditzelfde stuk. In regie van Remi Tanghe (Rembert-coryfee en vader van Dirk, nvdr), nota bene. Dat is allemaal al lang geleden, maar ik moest er opeens aan terugdenken. Ik vind het een perfect stuk om hier te spelen: met veel ruimte voor spelplezier én een grote cast. De Rembert heeft een ruim arsenaal aan goede spelers, hé. Ik zou het niet willen doen met een groep die ik niet ken, maar hier wel: met veel plezier, goeste en sterke acteurs.”

 

Den T’ater: De wollen koerstrui van André Van Appels hangt vandaag over de schouders van Baptiste Cobbe, die zijn eerste Remberthoofdrol speelt. Zaten je eigen ervaringen in je achterhoofd tijdens de zoektocht naar de juiste André?

 

Cnockaert: ”Nee, zo heb ik er eigenlijk niet naar gekeken. Ik zocht gewoon een goede, jonge kerel. Ik overliep de namen van de Rembertlijst eens en kwam snel bij Baptiste uit. Ik heb hem gebeld. ”Oké”, was meteen het antwoord. Iedereen ging eigenlijk makkelijk akkoord, al is het altijd wat puzzelen om de juiste mensen te vinden voor alle rollen.”

 

Go, Johny, Go

 

Den T’ater: Een andere opvallende rol is weggelegd voor VRT-wetstraatjournalist Johny Vansevenant. Hij fungeert als sportverslaggever in enkele radiofragmenten die in het stuk te horen zijn. Hoe haalde je hem erbij?

 

Cnockaert: ”Johny is van Lichtervelde, ik zie hem daar ook regelmatig. We hadden altijd een goed contact. Ik zocht een geschikte verslaggever voor het stuk. En toen hoorde ik dat Johny altijd had gedroomd van sportjournalistiek, Jan Wouters was vroeger zijn grote voorbeeld. Maar in de jaren ’80 lag de nadruk in de universiteit altijd op politiek. Die sportdroom is er dus niet van gekomen. Ik heb hem dan gezegd: ”Johny, ge zijt nu 30 jaar wetstraatjournalist, wil je het niet eens in de sport proberen?”. Hij zag het meteen zitten. We zijn dus naar een studiootje in Kortemark gegaan. En man, toch. (blaast:) Johny was nerveus, niet te doen. Maar hij deed het heel goed, je leeft echt mee als je die fragmenten hoort. Hij was er zelf ook heel content over. Het was net een jongetje dat voor de eerste keer in een micro mocht spreken.”

 

Den T’ater: Voor deze toneelkring - de mooiste ter wereld, trouwens - ben je als speler én als regisseur een ancien. Als je moet kiezen tussen spelen of regisseren, wat wordt het dan?

 

Cnockaert: ”Da’s ne moeilijken. Ik speel graag. Maar ik regisseer ook graag, al is het erg uitputtend. Het vergt veel, maar je mag ook zelf alles kiezen, maken en opbouwen zoals je zelf wil. Ik ben een grote fan toneel, van muziek en van koers. En nu mag ik iets maken met die drie dingen: fantastisch. (snel:) Maar het staat of valt natuurlijk met alle mensen die eraan meedoen. Zonder hen ben ik niets. Maar om op je vraag te antwoorden: ik wil niet kiezen, ik zou geen van beiden willen missen.”

 

Den T’ater: Op 23 november gaat jouw nieuwe kindje in première. Wat moet er gebeuren zodat je tevreden zal zijn?

 

Cnockaert: ”Als de mensen geraakt worden en moeten lachen. Allemaal. ik zal niet content zijn als er iemand onverschillig is. Hopelijk kunnen ze ook het spelplezier zien, voelen dat er een schone bende Remberters staan. Mensen die het graag doen. We zullen ze meteen vastpakken en erin snijden met een bijl: van de ene emotie in de andere. Een clash van emoties, waartussen we ook een geut amusement gieten. En als de mensen zien dat de liefde overwint. Dan ook.”

 

Den T’ater: Wij zijn al overtuigd. Merci.

 

bottom of page